SPRINT kent een aantal meer wedstrijdgerichte loopgroepen, die samen het zogenoemde Runningteam vormen.

Het Runningteam werkt bij de opzet en uitvoering van de trainingen nauw samen met Sport Assistance uit Breda. In alle groepen van het Runningteam wordt gewerkt met de trainingsmethodiek op basis van testresultaten van een sporttest die men bij Sport Assistance kan laten afnemen. Een belangrijk element van deze test is de lactaatmeting.

Voor de looptrainingen betekent dit dat de trainingen vooral op basis van hartslag worden gelopen, waarbij dan vooral de hartslag van belang is waarvan de lactaatwaarde 2 of 4 mmol lactaat per liter bloed bedraagt. Deze hartslag wordt bepaald bij de test door middel van lactaatmeting tijdens het lopen op de loopband.

Willen lopers een optimaal effect hebben van hun trainingen – met zo weinig mogelijk risico’s op blessures – dan is het uiteraard nodig dat zij hun hartslag kennen bij 2 en 4 mmol. Lopers die nog niet getest zijn kunnen wel meetrainen, maar worden geadviseerd om een test af te leggen. Zonder testresultaten heeft de trainer (maar ook de loper zelf) minder inzicht in de wijze waarop een loper bezig is. Wordt bijvoorbeeld een aeroob bedoelde intervaltraining ook inderdaad aeroob uitgevoerd of wordt er toch te hard en dus anaeroob gelopen? Wordt een extensieve duurloop niet in een te hoog tempo gelopen? Etcetera.

Het Runningteam is ingedeeld in een vijftal groepen, waarbij het uitgangspunt voor de indeling is gebaseerd op de 10-km tijd (zie indeling niveau loopgroepen). In het trainersoverleg wordt periodiek (in principe 2x per jaar) de groepsindeling doorgenomen en vastgesteld. De atleten van het Runningteam trainen specifiek naar bepaalde wedstrijden toe en lopen ook regelmatig een wedstrijd.

Heb je interesse om je aan te sluiten bij één van de vijf RT-groepen, neem dan contact op met coördinator Runningteam: Ruerd Nauta (ruerdnauta@hotmail.com).

Het Runningteam heeft onder meer een activiteitencommissie die gezamenlijke activiteiten organiseert (bijvoorbeeld trainingskamp). Ook wordt een onderlinge competitie georganiseerd en wordt een aantal wedstrijden gezamenlijke bezocht. De trainers van deze vijf groepen hebben regelmatig overleg over de trainingen, over de samenstelling van de groepen en de te bezoeken wedstrijden.